De “Barre Krystkuier”in Easterlittens op 27 december 2013.
De titel van de tocht heeft z’n naam vandaag wèl eer aan gedaan!!! Ongelooflijk!
Ben om kwart voor 5 in Easterlittens en ben n.b. de eerste. De koffie is klaar, ik meld me aan en krijg een veiligheidshesje en dan is het wachten tot half 6, want ik zit in de eerste groep. Inmiddels zijn al meer lopers en loopsters (volgens mij in de meerderheid vandaag) gearriveerd. Om de 10 minuten mag een groep van zo’n 35 personen vertrekken. Het is gelukkig droog, maar…….het wààit zó hard!! Hoef m’n hoofdlampje (dat ik overigens eerst vergeten was mee te nemen, maar gelukkig nog even heb opgehaald thuis) niet op m’n hoofd te doen, want het waait er in de kortste keren af. Dus mooi aan de rugzak gefabriceerd en oh wàt een geluk, dat ik het bij me heb! Eerst naar de buurtschap Wammert is er nog niets aan de hand, maar dàn……… De zompige weilanden in. Pikdonker, harde wind tegen, hele stukken één grote modderbende.
Het loopt zwaar en iedereen, die dit verhaaltje leest, zal wel denken: nou, die is ook niet goed bij haar verstand om deze tocht te doen en…… een beetje gelijk hebben ze wel. We zullen maar zeggen: hoe ouder, hoe gekker! Of, zoals wel eens op een t-shirt staat: doge jo wol? Wat zoveel wil zeggen als: spoor je wel? Hi, hi. De eerste rust is bij een bedrijf waar Friese paarden worden gefokt: stal Okkinga. Omringd door de paarden, die knap onrustig worden van ons wandelaars drinken we warme chocolademelk en kunnen even bijkomen van het geploeter. Dan weer verder. De route wordt om de zoveel meter aangegeven d.m.v. kleine ledlampjes. Maar….op een bepaald moment denk ik: ha, gelukkig weer een stukje betonpad! Niet dus. Tot m’n grote schrik sta ik vlak voor een sloot. Nog nèt op tijd kan ik m’n koers wijzigen en verder gaan door het zompige weiland. Na weer een aantal kilometers komen we weer bij een boerderij, waar we gezeten op strobalen met de kalveren op de achtergrond aan de snert gaan. Heerlijk. Maar we zijn er nog niet. We moeten weer verder. Zo alleen in het pikkedonker in de weilanden, het gebulder van de wind om je hoofd, in de verte het gegak van de ganzen, is het behoorlijk afzien voor mij. Maar het grootste deel zit erop. In de verte doemen de lichten op van een boerderij. Kleine kinderen, die ons verwelkomen en zeggen: jim moatte hjir komme, by ús in ‘e pleats. Ze blijven maar roepen en willen dat iedereen met ze meegaat. Doen we natuurlijk ook en het is er prima vertoeven. Er is glúhwein, beerenburg, frisdrank, enz. enz. Er is muziek en je zou hier wel willen blijven. Tref Corrie, die met zoon en dochter loopt en nog meer bekenden. Nu nog de laatste kilometers. Lichtvoetig door de glúhwein en met de wind in de rug word ik als het ware naar Easterlittens “geblazen”.Bovendien nu geen modderbende meer, maar het fietspad langs de vaart. Het riet langs de kant ligt bijna horizontaal door de wind, het water klotst tegen de oever. Het is ècht een gevecht geweest met de elementen en zoals zo vaak als er met een tocht iets bijzonders was, onthoud je dàt het allerbeste. Nog even en ik ga de brug over, zie de mooi verlichte kerktoren, loop langs de oude kroeg en onder het slaan van de klok (negen uur) ben ik weer terug. Afmelden, hesje inleveren, nog wat drinken, nog even gepraat met Alle, die ook meegelopen heeft, met op de achtergrond live muziek van een zanger. Het was met recht een “barre” krystkuier. In mijn beleving één van de zwaarste, die ik tot nu toe heb meegedaan.